Sparmannia Africana – Kamerlinde (bezorging alleen binnen Amsterdam)

Algemeen
De Kamerlinde behoort tot de Lindenfamilie (Tiliaceae) en het zal dus geen verrassing zijn dat deze plant ook in de woonkamer grote proporties kan aannemen. Hij komt zoals de toevoeging Africana doet vermoeden van oorsprong uit Afrika waar hij zo’n 6 à 8 hoog kan worden. In de woonkamer worden ze meestal zo’n 2 meter hoog.
Van september tot mei is de bloeiperiode van de Kamerlinde. De bloempjes zijn klein en wit. Ze zijn voorzien van mooie gele en donkerrode meeldraden en ze verspreiden een lichte, zoetige geur.

Een gemakkelijke plant is het echter niet, maar met de juiste verzorging kan voorkomen worden dat de bladeren al snel geel worden of van de plant vallen.

Standplaats
Lichte plek, maar geen direct zonlicht.
Liever geen temperaturen boven 20°C. In de winter bij voorkeur een onverwarmde koelere plek (12 – 16°C), zorg ervoor dat de temperatuur niet onder de 7°C zakt.

Bewateren
Gedurende het jaar heeft deze plant een wisselende behoefte aan water.
Tijdens de bloeiperiode (september – april) moet de potgrond steeds licht vochtig blijven en heeft hij veel voeding nodig, dat je eens per week met het gietwater kunt geven.
Van mei tot juli is de waterbehoefte kleiner en laat je de kluit tussen de gietbeurten steeds net iets opdrogen. Bemesten is dan ook niet nodig. Vaak laat de Kamerlinde nu wat blad vallen.
Vanaf juli mag er weer meer gegoten en ook weer bemest worden.
De Kamerlinde houdt van een hoge luchtvochtigheid, dus het is raadzaam minstens 1 à 2 keer per week te sproeien.

Verzorging
Het is een harde groeier die je de eerste jaren het best jaarlijks van nieuwe aarde voorziet en hem in een wat grotere pot zet. Voor zijn groei en grote bladeren heeft hij namelijk veel voedsel nodig.
Aanbevolen wordt om na de bloei (mei) te snoeien, zodat de plant zich mooi vertakt. Anders ontstaan er lange, sprieterige stengels, wat er niet zo fraai oogt.

Kortom, niet laten uitdrogen, goed bemesten, jaarlijks verpotten, niet te warm, de luchtvochtigheid hoog houden en geen direct zonlicht.