Algemeen
Aloë Vera komt van oorsprong uit het Midden-Oosten. Deze vetplant of succulent is tegenwoordig wijdverspreid in de Caraïben, Midden Amerika en Aziatische landen. Het dikke blad groeit vanuit een basis en is maximaal 60 cm lang. Op de randen van het pastelkleurige groen-grijze blad zijn kleine tandjes aanwezig.
In het wild staat de Aloë Vera zo’n drie maanden per jaar in bloei. In de huiskamer zal dit helaas niet snel voorkomen. De bloemen zijn veelal geel of rood van kleur en ontspringen vanuit het hart van de plant op lange stengels recht omhoog.
Standplaats
Je kan een Aloë Vera op een standplaats van half-schaduw tot in de volle zon zetten. De kamerplant kan direct zonlicht verdragen. Op een lichtere locatie zal de plant sneller groeien, maar ook meer water verbruiken. Verder van het raam wordt de kans op rot groter.
Minimumtemperaturen:
overdag: 10 °C
‘s nachts: -2 °C
Bewateren
Aloë Vera heeft maar weinig water nodig, omdat de plant het water kan opslaan in zijn geleiachtige bladeren. In de periode tussen april en oktober heeft de plant een beetje water nodig om te voorkomen dat de wortelkluit geheel uitdroogt. In het najaar en de winter staat deze vetplant het liefst weken zonder water.
De hoeveelheid water beïnvloedt de snelheid waarmee de plant groeit. Meer water zal de groei aanmoedigen. Maar te veel water in combinatie met te weinig licht kan snel leiden tot rot. Dit merk je aan papperige delen op het begin van het blad. Het komt zelden voor dat een Aloë Vera te weinig water krijgt. Als je ziet dat de puntjes beginnen samen te trekken en rood van kleur worden, dan mag de plant vaker water krijgen.
Aloë Vera heeft geen besproeiing nodig omdat de vetplant van nature een droge lucht gewend is. Af en toe de plant afspoelen om het stof te verwijderen, is wel raadzaam. Zo kan meer licht de vetplant bereiken.
Grond en voeding
Aloë Vera verbruikt weinig voedingsstoffen. De plant groeit van nature in een arme grond. Plantvoeding is daarom ook maar beperkt nodig. Bijvoeden kan je het beste in het voorjaar doen want in deze periode groeit de kamerplant namelijk het snelst. Gebruik hiervoor voeding voor cactussen en lees voor gebruik altijd eerst de gebruiksaanwijzing. Universele plantvoeding kan ook, maar gebruik slechts 1/4 van de aanbevolen hoeveelheid. Overvoeding kan de plant namelijk schaden.
Aloë Vera is een plant die flink kan groeien, vooral in de breedte. Het is daarom verstandig om hem om de twee jaar te verpotten. Dit kan je het beste doen gedurende het voorjaar. Wanneer je verpot in het groeiseizoen zal de Aloë Vera eventuele beschadigingen aan zijn wortels gemakkelijker kunnen herstellen. Deze vetplant zal niet snel uitdrogen wanneer de wortels beschadigen, dus verpotten direct na de aanschaf is geen probleem. Gebruik een plantenbak die minimaal twintig procent groter is dan de oude bak/pot, zodat de wortels genoeg ruimte hebben om te groeien. Je kan het beste cactuspotgrond of vulcastrat gebruiken. Wacht enkele dagen na het verpotten met water geven.
Verzorgen en Stekken
Knip of snij de bladeren van de Aloë Vera af om hem in model te brengen of om lelijke bladeren te verwijderen. De Aloë Vera is een plant die zichzelf kan genezen. Na het afsnijden van een blad komt er binnen enkele seconden een dun rubberachtig vliesje op de wond van het blad. Het wondsap bevat een samenstelling van helende stoffen. De rubberachtige laag die wordt gevormd, beschermt de wond van het blad, waardoor het vochtverlies stopt. Het sap van de Aloë Vera heeft dezelfde helende werking op de huid van mensen, daarom wordt het sap voor medicinale en cosmetische doeleinden gebruikt.
Het sap kun je op verschillende manieren verkrijgen. De eenvoudigste manier is om een van de lagere bladeren af te snijden en het sap eruit te knijpen. Deze kun je vervolgens direct op de te behandelen plek smeren en langzaam in laten trekken. Ook kan je het blad plat neerleggen en snij je de zijkanten eraf. Snij daarna het blad in de lengte doormidden en haal het transparante sap uit het blad, dit kan met behulp van een lepel. Let hierbij op dat je het blad in het midden snijdt. Snij je te dicht bij het bladoppervlakte dan heb je kans dat er geel aloïnesap uit komt. Dit sap is geel van kleur en kan de huid irriteren.
Aloë Vera is te vermeerderen door uitlopers te plukken. De uitlopers zitten aan de onderkant van de moederplant vast. Laat deze vervolgens drie dagen drogen. Plaats hierna de stek in een mengsel van twee delen compost en één deel zand. Door het stekje te plaatsen in een plastic zak, nadat hij is opgemaakt, wordt de luchtvochtigheid verhoogd en zal de plant sneller groeien.
Giftigheid en ziektes
Aloë Vera is niet giftig, het sap van deze plant kan wel een licht laxerende werking hebben.
Aloë Vera is bij een goede verzorging niet snel vatbaar voor ziektes of ongedierte. Mocht de plant last krijgen van ongedierte, dan is dit biologisch (of chemisch) te bestrijden; lees hiervoor altijd de gebruiksaanwijzing op de verpakking.